donderdag 17 januari 2013

Mens en samenleving: kenmerk voor een goede samenleving


Wat is volgens jou het belangrijkste kenmerk van een goeie samenleving?

Een kenmerk voor een goede samenleving is de verbondenheid met anderen. Hiervoor is het belangrijk dat je verbonden bent met jezelf, want je kan je pas goed voelen bij anderen als je je goed voelt in je eigen vel. Wanneer je je goed voelt bij anderen kan je ook samenwerken en zo help je de samenleving erop vooruit.

Je bent niet alleen verbonden met jezelf en anderen, maar ook nog met: materie/voorwerpen, de groep/samenleving en de natuur/het levensgeheel. Dit staat beschreven in een schema van Anouk Depuydt: de-link-wentie:




Verbondenheid met jezelf
Verbondenheid met anderen 
Verbondenheid met materiaal
Verbondenheid met de natuur 
Verbondenheid met de samenleving

Mens en samenleving: belangrijk kenmerk van onze samenleving


Wat is volgens jou het belangrijkste kenmerk van de samenleving waarin wij leven?

Volgens mij is het aspect tijd een heel belangrijk kenmerk van onze samenleving. Ik zie het eerder als negatief. Iedereen zit tegenwoordig in tijdsnood. We worden overrompeld door deadlines en afspraken en het is de bedoeling dat je overal op tijd komt. Geen wonder dat vele mensen kampen met stress of migraine.

Wanneer kan men tegenwoordig nog eens zeggen: ‘’Ik heb alle tijd van de wereld.’’, bijna nooit meer dus. Dit is althans mijn visie erover. Maar dat is nu eenmaal hoe onze samenleving in elkaar zit. We moeten blijven draaien en mogen niet stilvallen, vandaar de deadlines. We moeten ervoor zorgen dat we op schema zitten of er zwaait wat. Mensen zeggen soms ook wel ‘time is money’.

Langst de andere kant is het wel goed dat deadlines worden opgesteld. Anders zou de kans er misschien inzitten dat mensen niets meer doen en lui worden. Maar een beetje meer ontspanning zou denk ik alle mensen goed doen. 

Mens en medemens: casus 1 uitgewerkt


Mijn mening hierover is dat ik het enkel rechtvaardig vind wanneer de student in kwestie een geldige reden heeft voor het te laat indienen. Geldige redenen kunnen zijn dat de computer is gecrasht of in het ergste geval een zieke of een sterktegeval in de familie. Ook is het noodzakelijk dat de student dit tijdig laat weten aan de docent, dat deze persoon ook op de hoogte is.

Mocht de leerling een taak te laat indienen, maar geen excuus hebben, vind ik niet dat deze persoon gelijk mag gequoteerd worden als de rest. Iedere student moet over dezelfde kam gescheerd worden en niemand een privilege zou mogen hebben. Elke student moet hard werken voor zijn punten. Wat ik vind dat wel kan – en soms ook voorkomt – dat veel studenten de deadline niet zullen halen. Dan worden er maatregelen getroffen zoals: het verplaatsen van de deadline. Zo houdt de docent met iedereen rekening. Ik kan begrijpen dat er dan altijd studenten zijn die bijvoorbeeld tot 3 uur ’s nachts nog bezig geweest zijn om hun werk toch nog af te krijgen, om dan de dag erna te horen dat je nog uitstel krijgt. Maar die mensen worden dan gewoon beloond als arde werkers, in mijn ogen toch.

De ethiek, het juist handelen, hangt dus af van situatie tot situatie. De opvattingen, oordelen en beslissingen die genomen worden staan altijd in verband met een bepaalde context, hier in verband met het indienen van een opdracht. Anderzijds hebben we concrete handelingen waarin we uitdrukken wat we goed en slecht vinden.

De casus van de taak te laat indienen kan worden toegepast op het praktisch etisch model. De twee voorwaarden zijn grondhouding aannemen en dialoog uitvoeren. Als docent, maar eigenlijk ook als docent, moet je jezelf kunnen zijn, je kunnen inleven in een ander en de ander accepteren zoals hij is (grondhouding). Ik ben van mening dat personen steeds hunzelf moeten zijn. Wanneer de student zegt dat zijn computer is gecrasht en bijgevolg zijn taak niet op tijd kan indienen, zou de docent zich moeten kunnen inleven in de student. Want het is geen lachertje als als student plots al je documenten weg zijn. Als docent aanvaard je de situatie.

Het is ook altijd belangrijk dat je een gesprek aangaat met de student. Je dient een dialoog te voeren. Je krijgt meer vat op de situatie (dialoog voeren). Je kan vragen aan de student hoe het precies komt dat de computer is gecrasht en wat hij vervolgens zal doen met de documenten. Als je een gesprek aangaat weet de student dat je als docent inzit met de situatie.

Het praktisch etisch model bestaat ook uit vier aandachtspunten: situatie analyseren, zoeken naar handelingsmogelijkheden, motieven verhelderen en effecten inschatten. Door een dialoog te voeren kan de docent het gesprek achteraf analyseren: ‘’Is de student financieel capabel om in korte tijd een nieuwe laptop te kopen? …’’

Daarna kan de docent zoeken naar handelsmogelijkheden, de docent in kwestie kan zich de vraag stellen of het wel rechtvaardig is tegenover de andere studenten dat de ene student zijn taak te laat indient. Het speelt er ook toe of de leerling al eerder dingen te laat indiende, want als dit vaak voorkomt moet het niet blijven goedgekeurd worden. Misschien kan de docent de opdracht over het algemeen nog een week verschuiven, zodat alle studenten nog tijd hebben. Maar dan is het misschien weer niet eerlijk voor die ene student, want hij moet helemaal opnieuw beginnen terwijl de rest eigenlijk al een deel heeft gemaakt. Dit volledige denkproces gaat meteen ook gepaard met het verhelderen van motieven en het inschatten van effecten

Het etisch model bestaat ook nog uit drie evaluatiemomenten: intuïties uitspreken, normen verduidelijken en waarden evalueren. De verschillende reacties die spontaan bij de docent kunnen opkomen zijn: ‘’Zal ik wel goed doen voor iedereen? Zal de student in kwestie vinden dat ik juist handel? Zullen alle studenten vinden dat ik juist handel?’’. (intuïties uitspreken).

Daarna verduidelijkt de docent de normen. Iedereen moet gelijk behandeld worden maar iedereen moet ook gerespecteerd worden. Op basis daarvan kan de docent een keuze maken, hij kan de waarden evalueren. Uiteindelijk kan de docent ervoor kiezen de student in kwestie uitstel te geven maar de anderen hun deadline laten behouden. We zijn oud en volwassen genoeg om dit te begrijpen.


zondag 6 januari 2013

Mens en lijden: Pukkelpop 2011


Pukkelpop 2011

Ik heb nog een voorbeeld in verband met lijden over mezelf. Het gaat over de storm op Pukkelpop twee jaar terug.

We stonden allemaal klaar aan het station om te vertrekken, gepakt en gezakt. We waren met een erg grote bende, ik schat zo’n 15 man. Na een veilige reis en veel aanschuiven waren we helemaal geïnstalleerd. De eerste dag is het de gewoonte dat we gewoon op de camping blijven en nog wat bekomen van de lange treinreis. Plots vloog er niet ver van ons een tent omhoog, wat erg raar was want het was mooi weer en het waaide niet en er was ook niemand in de buurt van deze tent. Misschien was dit een voorteken, we weten het nog steeds niet, maar iedereen van onze bende vond dit achteraf gezien vreemd.
De dag erna, op 18 augustus waren we volledig klaar om te gaan feesten. Het was rond 17uur en we trokken naar de weide. Om 18u stipt stuurde mijn mama een smsje: ‘’Is het daar mooi weer?’’. Ik antwoorde: ‘’Ja fantastisch!’’. Maar vijftien minuten erna sloeg het noodlot toe. 

Het begon eerst heel erg hard te regenen, maar wij stonden in een tent, dus we waren veilig. Dachten we. We bleven verder feesten en het begon te hagelen, binnen dan nog. Dit was heel raar was want de tenten waren volledig toe langst boven, dus kon het niet anders dan dat de hagel van langst de zijkanten kwam. Het volk stroomde binnen en er was een hele mensenmassa aanwezig in de tent, wij besloten om een kijkje te gaan nemen naar buiten.

De lucht was donkergroen, ik had dit nog nooit gezien. Plots merkte ik dat er iets aan de hand was. Ik liep samen met een vriendin (want de rest waren we kwijt door de vele mensen) naar een andere tent, want we zagen security en natuurlijk wilden we weten wat er aan de hand was. De mannen van de security namen zakmessen en sneden de tenten door, omdat deze volledig bol stonden door de hoeveelheid water, wat erg gevaarlijk was. Vlak daarna stortte een paal in van de tent, wij stonden op afstand. Ik hoorde overal mensen gillen en weglopen en ik besefte niet meer wat er gebeurde. Het was een stormloop naar de uitgang van de festivalweide. Eens aangekomen op de camping lagen alle partytenten die voorheen rechtstonden, plat. Verschillende tenten waren weggewaaid. Dus ons herkenningspunt om onze kampeerplaats terug te vinden was niet optimaal. We konden gelukkig constateren dat als ons gerief nog intact was, wel waren enkele tenten ondergelopen.

We telden iedereen van onze bende, maar er waren drie personen tekort. We bleven nog een tijdje wachten, maar we waren erg ongerust want we hadden al vernomen van andere mensen dat er doden waren gevallen. Na een uur besloten we om terug te keren naar de festivalweide om ze te gaan zoeken, maar de ingang was afgesloten door de vele schade en niemand mocht nog op het festivalterrein. Na een tijdje kwamen de drie naar buiten. Ik was nog nooit zo gelukkig ze te zien en vloog om hun nek.

We waren terug op de camping, iedereen veilig en wel. Maar toen deed zich een ander probleem voor, het gsm-netwerk was overbelast. Dus je dierbaren contacteren lukte niet. Weten dat zij al dingen hadden gezien op het nieuws kan ik me inbeelden dat ze zeer ongerust waren. Na een tijdje lukte het dan wel. Ik vond het fantastisch om de hoeveelheid solidariteit onder de mensen te zien. Iemand van onze buren had erg koud, maar al zijn kleren waren nat, dus gaf iemand van onze bende een trui. Dit was over de hele camping zo. Maar het is ook normaal, iedereen heeft elkaar nodig en bevond zich in hetzelfde drama.

Uiteindelijk zijn we niet teruggekeerd met de trein, maar heeft een mama van iemand ons komen halen. Wanneer ik thuiskwam was ik zo blij om mijn mama te zien. Ik zette het nieuws op, want ik had meer dan de helft van de schade nog niet gezien of ervan gehoord. Ik begon spontaan te huilen, wetende het feit dat je daar was en dat zo iets gebeurd.

Veel mensen hebben eronder geleden, jammer genoeg ook de ouders van vijf overleden mensen. En er wordt nog steeds onder geleden. Ik ben van mening dat het niemands fout is, niemand kon dit voorspellen, want het was een uitzonderlijke storm. Het is fantastisch om te zien hoe de mensen elkaar bijstonden en nog steeds bijstaan. Ik heb veel respect Chokri Mahassine, want doorheen de vreselijke situatie is ook hij sterk gebleven en voor ons opgekomen. 

Hier is nog een filmpje ter nagedachtenis: http://www.youtube.com/watch?v=AOIT3_i2oeE

Mens en lijden: Oscar et la dame Rose


Mijn mening over de film Oscar et la dame Rose

Ik vind het een prachtige film. Oscar is een jongentje met leukemie en hij weet dat hij zal sterven. Toch blijft hij optimistisch en sterk in zijn schoenen staan, ondanks dat zijn ouders hem niet veel bezoeken door angst. Hij ontmoet Mamie Rose, een vrouw die gedurende de film regelmatig bij hem op bezoek komt en waar hij uiteindelijk een erg goeie band mee schept. Zij vertelt hem over een oude mythe. Volgens die mythe wordt Oscar elke dag 10 jaar ouder. Dit als bedoeling dat hij in zijn laatste twaalf dagen nog alle stadia van het leven kan meemaken. 


Mamie Rose brengt Oscar in contact met God op een erg bijzondere manier; door het schrijven van brieven. God is Oscars steun en toeverlaat, hij begrijpt Oscar. Het laatste wat Oscar schreef was: ‘’Seul Dieu a le droit de me réveiller.” Ik vind dit een prachtig maar tegelijkertijd een aangrijpend zinnetje, het duidt erop dat Oscar zijn volledige leven in de handen van God legt, dat hij erop kan vertrouwen.
Ik heb ooit het boek ‘Oscar et la dame Rose’ gelezen. Er zijn verschillen met de film maar beiden zijn evenveel de moeite waard om te lezen/te bekijken. 

Dit is een schilderij van Oscar. Het schilderij beschrijft Oscar in het begin van het verhaal en op het einde van het verhaal. Zijn linkerhelft ziet er nog vrij gezond uit, maar langst de rechterhelft zie je dat hij moe is en het kleur in zijn ogen neemt weg. Ook zie je dat zijn hart blauw is, dit verwijst naar Peggy Bleu, het meisje waar hij verliefd op is. Ook zie je bij zijn hart twee personen. Deze zijn kleiner geschilderd, maar staan toch dicht bij zijn hart. Dit als reden dat de ouders van Oscar in het begin bang waren om hem te bezoeken, ze zagen er van af, maar op het einde van het verhaal hebben ze hun angst overwonnen en Oscar bijgestaan. Je ziet Oscar liggen op zijn bed, dus uit de ogen van God. Ook zijn de wolken boven Oscar een teken van God. Zijn hersenen zijn roze, dit is normaal, maar het heeft een tweede betekenis. Ze worden gelinkt aan mamie Rose, die hem bijstaat in zijn harde tijden, mamie Rose zit in zijn hoofd. 




Mens en lijden: verschillende culturen


Welke verscheidenheid aan visies merk je op in het omgaan met lijden en dood in verschillende culturen?

Er bestaan twee grote verschillende visies in verband met de dood. De ene visie zegt dat het leven ophoudt bij het afsterven van het lichaam, de andere visie zegt dat de dood een overgang is naar iets, dat je wel verder leeft. Het is als het ware een doorgangspoort naar een nieuw en eeuwig leven of naar een nieuw leven op aarde.

In het christendom, het jodendom en de islam gelooft men dat de dood een doorgangspoort is naar een eeuwig leven bij God.  In het boeddhisme en het hindoeïsme gelooft men in reïncarnatie, met andere woorden: de dood is een overgang naar een nieuw aards leven.

Elke godsdienst heeft zijn eigen visie en deze liggen soms ver uit elkaar, maar toch merken we gelijkenissen. Iedereen rouwt wanneer een persoon heen gaat, maar elke godsdienst gelooft dan we naar een beter bestaan gaan. 

Symbolische doorgangspoort

Mens en lijden: omgaan met mensen die lijden

De elementen die volgens mij belangrijk zijn in het omgaan met mensen die met lijden en sterven te maken hebben?

Er heeft zich recent een gebeurtenis plaatsgevonden in onze familie. 10 jaar geleden werd geconstateerd dat de stiefpapa van mijn stiefpapa kanker had. Tot ongeveer een maand geleden voelde hij zich nog goed, maar hij is al snel beginnen aftakelen. Hij had het zo zwaar dat hij beslist heeft om euthanasie te plegen. Dit tijdens de feestdagen, wat eigenlijk een periode van gezellig samen zijn is. Zelf kende ik hem niet zo goed, maar mijn stiefvader had er wel een goede band mee, want zijn echte papa is ook gestorven op jonge leeftijd. Dus was zijn stiefpapa eigenlijk als een vader voor hem.

Hij wist dat hij ging sterven, maar hij bleef echt heel sterk. Hij heeft alles zelf geregeld, zijn doodskaartje, de begrafenis … Werkelijk alles. Een paar dagen voor het gebeuren werd er officieel afscheid genomen. Hij vertelde aan zijn kleindochter dat zij de laatste zou zijn waar hij naar zou knipogen. Tot op de laatste minuut bleef hij echter heel optimistisch. Hij zei: ‘’Ik ben hier de enigen da nie zit te wenen.’’. Bij het eigenlijke gebeuren vroeg hij aan zijn kleindochter om naast hem te gaan zitten en zijn hand vast te houden. Dit is wat hij wilde. Ik denk dat het heel zwaar moet geweest zijn voor haar, maar ze heeft het gedaan voor hem, omdat hij dit zo wilde en dit hem gelukkig maakte.

Elisabeth Kübler-Ross
Zelf heb ik nog nooit iemand verloren dat echt dicht bij me stond, ik kan dus van geluk spreken. Maar ik heb gezien dat het echt iets met een mens doet. Zijn wilde de hele tijd alleen zijn. Elk mens maakt tenslotte een rouwproces mee, en iedereen doet dit op zijn eigen manier. Het rouwproces volgens Elisabeth Kübler-Ross omvat vijf stappen in de rouwverwerking:

      1.      De fase van de ontkenning
      2.      De fase van de woede 
      3.      De fase van de ruilhandel
      4.      De fase van het verdriet
      5.      De fase van de aanvaarding



Iedereen maakt deze fasen mee, de ene persoon soms allemaal op een dag, de andere persoon doet er soms jaren over.

De belangrijkste elementen vind ik in het algemeen steun krijgen van anderen en niet alleen hoeven te zijn. Hoe je het ook keert of draait, en mens is niet gemaakt om alleen te zijn, dit vind ik toch. Mensen hebben steun nodig van de ander of van de Ander.
Steun kan je bieden door bereid te zijn om te luisteren. Luisteren is niet zo gemakkelijk, je moet je goed kunnen inleven in de persoon en aanvoelen wat hij of zij bedoelt. Het is ook niet gemakkelijk om wat te zeggen tegen een persoon in pijn, je moet goed je woorden uitkiezen.

Het is belangrijk om hen erover te laten praten. Volgens mij hebben mensen er deugd van om af en toe eens te zeggen wat op hun lever ligt. Sommigen hebben het daar moeilijk mee en hebben de neiging om alles op te kroppen, daar dien je respect voor te hebben. Want zoals ik al zei, iedereen rouwt op zijn eigen manier.
Een puntje dat ik ook belangrijk vind is moed geven, maar ik bedoel wel een realistische bemoediging. Hiermee bedoel ik dat je uitspraken moet vermijden waar je niet zeker van bent. Bijvoorbeeld: ‘’Alles komt goed.’’. Maar wanneer je weet, net zoals George, dat het einde van je leven nadert, weet je dat het gedaan zal zijn. Bemoedigende woorden zijn hier moeilijk om te zoeken. Hij was er wel zeker van dat hij er niet alleen voor stond.

Een persoon die lijd moet je warmte geven. Een knuffel of gewoon al een hand vasthouden doet deugd, je toont betrokkenheid op die manier.

Kortom, je moet er gewoon zijn voor die bepaalde persoon. Al deze elementen gelden voor zowel een persoon waarbij hij bijvoorbeeld weet dat hij zal sterven, zoals in mijn persoonlijk voorbeeld, als bij personen die rouwen om een bepaald iemand. 

Mens en lijden: is er leven na de dood?


Is er leven na de dood?

Ik geloof in leven na de dood. Ik geloof niet in de hemel of de hel, maar wel dat er een bepaalde energie van de ziel blijft hangen eens je dood bent. Ik denk niet dat wanneer je sterft je gewoon weg bent, je moet toch ergens heen zijn?

Je hoort zo veel verhalen over dingen die onverklaarbaar zijn. Eens vertelde mijn lerares godsdienst een verhaal over een jongentje waarvan zijn mama was gestorven in een ongeluk. De moeder had het jongentje afgezet bij haar zus omdat ze ergens heen moest. In de ochtend ging de zus naar het jongentje, ze zei: ‘’Ik moet je iets zeggen.’’ Het jongentje antwoordde hierop: ‘’Het is mama hé? Ze is vannacht langs geweest. Ze vertelde me dat ze niet meer ging terug komen en ik heb vaarwel gezegd.’’. De tante begreep het niet goed en gaf de jongen een knuffel. Hij zei: ‘’Het was zo laat en ze had dat kleed aan.’’. Later hebben ze die informatie gecheckt en alles bleek te kloppen. Ik stond versteld van dit verhaal, maar zelf heb ik ook al een nare ervaring gehad.

Vroeger stond er een kast in mijn kamer, een doodgewone kast. Ze bestond uit drie onderdelen, een linkerdeur, een rechterdeur en een spiegel. In de deurtjes zaten twee glazen ruitjes, maar achter die ruitjes was er niets aanwezig. Eens nam ik een foto en wanneer ik die foto later bekeek zag ik duidelijk een gezicht in de spiegel. Het kon geen materiaal zijn dat samen een figuur vormden. Ik vertelde dit aan mijn vader en hij vertelde dat hij ook al iets meegemaakt had. Zijn opa was net gestorven en hij sliep in zijn kamer, waar de kast ook stond. In de kamer was alles van zijn opa nog aanwezig. ’s Nachts werd hij plots wakker en hij voelde iets naast hem. Hij deed zijn ogen open en zag zijn opa liggen, hij voelde hem echt. Misschien maakte dit deel uit van het verwerkingsproces, maar ook mijn tante vertelde mij iets vreemds. In die tijd waren het nog zware houten rolluiken, waar dus absoluut geen licht door kan. ’s Nachts werd ze ook wakker, en in de spiegel van de kast zag ze allemaal lichtflitsen. Sinds ik dit verhaal heb gehoord wilde ik de kast niet meer in mijn kamer. Als het de geest van mijn overgrootvader zou zijn, weet ik dat hij me niets zou doen. Maar toch vind ik het idee alleen al beangstigend. 

Het kan evengoed zijn dat ik een enorm creatieve geest heb en snel dingen kan vormen uit iets of zien in iets, ofwel was het er echt, maar ik vind het nog steeds erg vreemd. 






Buiten dit geloof ik ook in reïncarnatie. Eens de geest of de bepaalde energie zijn tijd gehad heeft, gaat hij naar een ander lichaam, het lichaam van een pasgeborene. Op de een of andere manier worden alle herinneringen gewist en ga je terug leven. Niet in een dier, maar in een mens. Meer bepaald, een mens in dezelfde familie.

Ook hierbij heb ik een passend verhaal. Eens was er een kind dat uit het niets vertelde dat hij vroeger eens van een ladder was gevallen. Zijn ouders verstonden het niet want hij was nog nooit van een ladder gevallen. Hij vertelde dat hij in dat jaar (ik weet niet meer welk jaar) is gevallen, hij zo heette en in dat bepaald huis woonde. Dit hebben ze nagetrokken en het bleek te kloppen. Verder herinnerde de jongen zich niets meer hierover. Nog een ander verhaal gaat over een jongen die zijn vorige leven herinnert als kleine jongen. Hij weet de namen van zijn familieleden en wist nog precies waar hij woonde. Hier bestaat een documentaire over: http://www.youtube.com/watch?v=2Wh0OsVtdeE
 
Ik weet dat evenveel mensen deze verhalen evenwel niet geloven, maar ik geloof erin en denk dat het echt kan. De dood is iets waar je je hoofd kan over breken. Maar dit mag je niet doen, want die tijd is daar nog niet.




Mens en natuur: natuur in de wereldreligies


Natuur in de wereldreligies

Boeddhisten
De aarde is een levend wezen met zorgzame eigenschappen. Ze geeft ons een plek en ze is nodig om van te leven. Als men wil dat Moeder Aarde gezond is, moeten we goed samenwerken. Als we dit niet doen wordt de planeet ziek. Sommige boeddhisten zeggen dat Moeder aarde op dit moment ziek is.

Ook zien boeddhisten zichzelf als onderdeel van de natuur, net als dieren en planten. Mensen moeten zich bewust zijn van hun afhankelijkheid van de lucht, zon, aarde en regen. We moeten in zicht hebben tussen de relaties.

De visie van de boeddhisten doet me denken aan de film Avatar.

Christenen
De natuur is belangrijk in het christendom, het is een onderdeel van de schepping van God. Volgens de bijbel heeft de mens de verantwoordelijkheid over de natuur en de dieren. Maar de mens mag dit alles niet schaden, want God is de eigenaar van de natuur.

Veel christenen zien in de natuur het bewijs voor het bestaan van God. Ze geloven niet dat dit alles is ontstaan vanuit een oerknal, er moet een schepper aan te pas zijn gekomen.

Hindoeïsten
Hindoes geloven in het goddelijke van alle levende wezens en hebben daarom een enorm groot respect voor de natuur. Sommigen geloven dat de natuur een ziel kan hebben, vooral oude bomen, bergen, grotten en bronnen zijn geliefde woonplaatsen van de geesten.

Ze geloven ook dat je andere wezens geen pijn mag doen, zelfs niet om aan voedsel te komen. Ze eten dus geen vlees. Het uitgekozen dier als respect voor de natuur is de koe. Voor de hindoes zijn dit heilige dieren.
Ook geloven de hindoes in de Ahinsaleer. Dit is de leer van de geweldloosheid, met andere woorden: hindoes mogen geen geweld gebruiken. Dit draagt bij tot het respect voor de dieren, de planten, de natuur en het milieu. 



Moslims
Tema is een organisatie met 250.00 leden. De oprichter ervan gaat door het leven als Vader Aarde. Veel moslims hebben niet veel met de natuur. Maar Vader Aarde wil de moslims overtuigen van het belang van de natuur: ‘’Er zijn talloze soera’s in de Koran die getuigen van het belang van andere levende wezens.’’ Een soera beschrijft dat alle planten en bomen de eer van Allah zingen. Een goede moslim gedraagt zich dus ook verantwoordelijk in zijn omgeving


Joden
De god van de joden, Jahweh, geeft de natuur aan de mens gegeven dus men moet er goed mee omgaan. De natuur staat toe dat de mens producten van hem gebruikt: eten, hout … Maar wie de natuur kapot maakt, maakt God kapot.

Voor joden is de natuur niet alleen positief. God kan de natuur ook gebruiken om mensen te straffen. Toen de joden helemaal in het begin slaven van Egyptenaren waren, zond God 10 plagen op de Egyptenaren af.
Sommige joden zien de milieuvervuiling ook als een straf van God.

Besluit
In elke godsdienst keert het belang van de natuur duidelijk terug. Misschien iets minder in de islam. Over het algemeen vinden alle godsdiensten dat er zorg gedragen moet worden voor onze natuur, voor onze aarde. Ikzelf geloof eerder in de oerknal dan in de schepping van God, maar toch vind ik dat zorg dragen voor onze natuur een must is. De aarde is tenslotte ons huis, ze geeft ons alles wat we nodig hebben en zonder haar zouden we nergens staan, er zou zelfs geen mensheid zijn. Denk daar maar eens over na.

Mens en natuur: cohousing


Cohousing

Cohousing betekent letterlijk gemeenschappelijk wonen. Kort betekent dit dat je met enkele gezinnen of met de hele familie in een groot huis woont. Zelf heb een vriend die doet aan cohousing.

Het huis is een groot appartement, in het midden van de stad, met plaats voor vier gezinnen. Het is er erg gezellig en iedereen heeft zijn eigen taakjes in het huis. De huur en alle kosten worden ook verdeeld over iedereen, dus het is eigenlijk voordelig om op zo’n goedgelegen plaats te kunnen wonen.

Cohousing is niet enkel goed voor de portemonnee, het is ook beter voor het milieu. Je neemt minder grond in met meer mensen. Hiermee bedoel ik dat je op een meer gecentreerde plaats woont met enkele gezinnen dan bijvoorbeeld allemaal verspreid in de stad.

De vierk kenmerken zijn: praktische voordelen, sociale en maatschappelijke voordelen, economische voordelen en ecologische motieven.

Zelf zou ik het overwegen om aan cohousing te doen. Voor mij mag dit zijn met mensen die ik ken, maar het mag ook met mensen die ik helemaal niet ken. Je kan altijd mensen leren kennen. Wel vind ik persoonlijk dat er heel goede afspraken moeten gemaakt worden eens je gaat samenwonen. En ik denk dat je je als persoon flexibel moet kunnen opstellen om zo te leven.


Voor geïnteresseerde lezers van mijn blog heb ik een vraagje:
Zou jij het overwegen om aan cohousing te doen? Waarom wel/niet? 

Mens en natuur: Tim Jackson


Tim Jackson – Welvaart zonder groei 

Tim Jackson begint zijn lezing met het woord hoop. Alle mensen op de planeet hebben gedeelde en blijvende hoop voor de welvaart. Iedereen heeft hoop en verwachtingen in verband met onze hedendaagse economie. Maar toch hangt hier iets ironisch aan vast. We zien welvaart enkel en in termen van geld en de economische groei. Tim Jackson zegt dat we een groot gevaar lopen die onze hoop zal verzwakken, dit door het uitputten van onze energiebronnen, regenwouden om te kappen en olie in de zee te gooien. 

Tim Jakson 
Het enige dat heeft gewerkt om de CO2 uitstoot te verlagen is de crisis. Volgens Tim Jackson kunnen we niet met en niet zonder leven. We staan voor een keuze: ‘’Crash the system of crash the planet.’’. Uiteraard hebben we geen keuze. De mens is een slimme soort, althans soms toch. We doen efficiënte uitvindingen die de samenleving vooruit helpen, maar soms worden deze op verkeerde manieren gebruikt. Tim Jackson stelt zich de vraag of het hedendaags economisch systeem in staat zou zijn om de uitstoot van CO2 tot 130 keer te verminderen. Volgens hem wel, maar dan zou ons systeem zich wat moeten aanpassen. 


Het huidig economisch systeem gaat als volgt:

Producenten (bedrijven) zorgen voor goederen en diensten die de mensen kunnen kopen, maar evenwel voor een inkomen. De consumenten (gezinnen) zorgen voor uitgaven en investering. Dit zou op zich perfect kunnen functioneren, maar net in die investering is er iets ‘fout’ gelopen.

Mensen willen altijd maar nieuwe dingen, nieuwe materialen. Materiaal is als een soort taal, het is een manier om je status aan andere mensen te tonen. Het is een soort angst, we willen erbij horen, meegaan met de groep, we willen een bepaald aanzien. ‘’Mensen geven geld uit dat ze niet hebben, aan dingen die we niet nodig hebben, om indrukken te creëren die niet blijven op mensen waar we niet om geven.’’

Maar net om al deze goederen te kunnen produceren worden er onophoudelijk grondstoffen uitgeput. Maar Tim Jackson zegt dat we ook op een anderen manier kunnen investeren. Een voorbeeld is de zoekmachine ‘Eucosia’. Deze werkt net hetzelfde als google, maar alleen gaan 80% van de verworden inkomsten naar een beschermingsproject in het Amazonegebied. Tim Jackson pleit ervoor dat mensen blijven investeren. En als hij het over investeren heeft gaat het niet om goederen, het gaat om aanpassingen, beschermen en onderhouden van de ecologische activa, CO2 lage uitvindingen …



We moeten groeien naar een samenleving die een doel heeft en minder materialistisch is ingesteld. Er moet veel meer aandacht gaan naar het milieu en dit moet van iedereen komen. Tim Jackson zegt dat hierin ook de overheid een grote rol speelt, ook in het krantenartikel met Peter Tom Jones en Vicky Demeyere staat dit vermeld. Eens de overheid grote maatregelen zal treffen hieromtrent, zal de bevolking volgen. Maar je kan zelf ook denken aan het klimaat: spaarlampen gebruiken, zo min mogelijk aluminiumfolie … Alle beetjes helpen.

Tim Jackson, maar ook Peter Tom Jones en Vicky Demeyere streven naar een economie met een doel: een duurzame, realistische levensstijl met een visie op wat het betekent om mens te zijn. 
De argumenten waarmee Tim Jackson zijn pleidooi beargumenteert vind ik zeer zinvol. We putten onophoudelijk energiebronnen uit om zo mee te kunnen doen aan de consumptiemaatschappij. De mens koopt steeds nieuwe materialen om er te kunnen bij horen.

Ik vind dat hij er recht op zit. Iedereen volgt gewoon het stereotiep van de maatschappij. De maatschappij doet er alles aan om mensen te doen kopen en dit vind ik niet goed. Bij het produceren van al deze materialen wordt te weinig gedacht aan het milieu. Mooie stukken natuur worden omgekapt om er industriegebieden te kunnen opzetten. Maar dit niet alleen, de CO2 uitstoot is ook erg schadelijk voor het milieu.

De theorie van Tim Jackson vind ik heel goed uiteengezet, maar ze moet ondersteund worden en iedereen moet zijn steentje bijdragen. Mocht iedereen gaan leven zoals Tim Jackson voorstelt zou de planeet veel beter zijn, maar er moeten maatregelen getroffen worden en iedereen moet erachter staan, anders zal het niet werken. 

Mens en natuur: hoe groen ben je zelf?


Hoe groen ben je zelf?

Als ik me dan echt in een groep moet plaatsen, dan vind ik mezelf het meest terug in de 26% die niet wil maar wel doet. Een onschuldige wachter dus. Dit tekstje heeft als titel: wil niet maar doet wel. Voor mij mag die ‘wil niet’ geschrapt worden. Vandaar dat ik me ook bij het groepje geremde hoper zou kunnen plaatsen: wil niet, maar doet wel. Hier zou dan de ‘wil niet’ geschrapt kunnen worden. Ik wil wel een steentje bijdragen aan het milieu en doe het ook, in niet extreme mate. Mijn ecologische voetafdruk ligt onder deze van de gemiddelde Belg, maar toch had ik deze nog iets lager verwacht. 


Thuis doen we verscheidene dingen:
  "  we hangen steeds de wast op in plaats van deze in de droogkast te steken
  "  eens per week houden we een vlees- en vis vrije dag 
  "  we leggen enkel de chauffage aan als het echt koud is, anders is het de haard
  "  we gebruiken spaarlampen
  "  als we slapen liggen de apparaten af en niet op spaarstand 
  "  we recycleren
  "  we hebben een compostbak
  "  we kopen glazen flessen
  "  we hebben een waterzuiverende kan (BRITA)
  "  elke dag vers eten en geen diepvriesmaaltijden 
  "  ik ga vaak met de fiets of het openbaar vervoer als het te ver is

Toch vergeet ik het ook af en toe, maar sluikstorten of dergelijke zal je me nooit zien doen. Het milieu zit steeds in mijn achterhoofd. Ik ben wel tevreden met de groep waar ik in beland, de onschuldige wachter. Ik geef om het milieu en doe er ook iets voor. Ook wordt er in deze groep omschreven dat ze verwachten  dat de overheid meer moet doen. Ook hier ga ik mee akkoord. De overheid doet wel dingen zoals subsidies geven voor zonnepanelen, zodat mensen eerder zullen overwegen om groene elektriciteit te gaan gebruiken. Maar ze kunnen nog meer dingen doen. Ook vraag ik me soms af waarom mensen nieuwe wegen bouwen. Men kan alles wat je maar kan bedenken al bereiken, waarom worden dan nog nieuwe dingen bijgebouwd? Het kost alleen maar geld en de natuur moet er onder lijden. Dit vind ik enorm nutteloos. Of het bouwen van nieuwe huizen. Er gaat kostbare grond aan verloren terwijl je eigenlijk oude huizen prachtig kan opknappen. Dit is mijn standpunt hierover.



Op welk vlak vind je het het moeilijkst om jouw gedrag ecologischer te maken?

Ik ervaar geen enkel vlak als echt moeilijk. Het enige wat ik ecologischer kan maken is mijn voeding. Hiermee bedoel ik niet mijn voeding thuis, maar mijn voeding wanneer ik op school ben of uitga. Als ik naar school ga heb ik morgen weinig tijd om me klaar te maken, laat staan om dan nog eens boterhammen te bereiden. Daarom eet ik steeds een broodje, frietjes of pasta. Dit zijn allemaal kant en klare maaltijden en dus niet goed voor het milieu.


Op welk vlak vind je het het makkelijkst om jouw gedrag ecologischer te maken?


Op het vlak van vervoer zou ik mijn gedrag nog ecologischer kunnen maken. Ik ga steeds met de fiets naar de werkplek en ook als ik uitga ga ik met de fiets. Vroeger ging ik ook al fietsend naar school. Nu zou ik ook nog met de fiets naar de KATHO kunnen komen, maar door de zware boeken en de laptop die altijd moeten meegesleurd worden is dit niet zo gemakkelijk. Ik heb namelijk iets aan mijn rug waardoor ik niet veel dingen mag dragen. Maar toch is hier een oplossing voor: een stevig staantje monteren. Met de boeken op het staantje en een niet belaste rug naar de KATHO fietsen zou me lukken. En het is goed voor de lijn ook. Met het openbaar vervoer is ook ecologischer dan gewoon met de auto, maar toch stoot een bus ook uitlaatgassen uit, een fiets niet. 

Ook op het vlak van wonen zou ik gemakkelijk nog meer aanpassingen kunnen doen: een spaarknop op het toilet, een ‘geen reclame’ sticker op onze brievenbus hangen (hoewel boekjes om me te knutselen wel handig zijn in onze opleiding), kaarsen aanleggen in plaats van schemerlampen ...
Vele mensen denken: ‘’Ik die veel ga fietsen in plaats van met de auto gaan, zal het verschil niet maken in onze grote mensenmassa, dus zal ik het niet doen.’’ Maar als iedereen zo denkt, gaat niemand zijn gedrag inzake milieubewust denken en handelen veranderen en blijven we stagneren op hetzelfde punt: te schadelijk leven voor het milieu.


De wereld ligt in onze handen, draag er zorg voor. 

Mens en natuur: mijn EVA


Mijn ecologische voetafdruk

Mijn ecologische voetafdruk bedraag 7,4 ha. Deze waarde ligt onder deze van de gemiddelde Belg (8 ha), maar toch had ik minder verwacht. Thuis proberen we toch een steentje bij te dragen aan de zorg voor het milieu.

In feite mag elke persoon op aarde maar 1,8 ha in beslag nemen, wat dus wil zeggen dat wij Belgen ferm ons best zouden moeten doen. We kunnen dingen doen zoals een spaardouchekop plaatsen, spaarlampen plaatsen, vlees vervangen door eens iets anders, meer fietsen ... Op zich zijn het kleine aanpassingen, maar ze leveren een grote bijdrage. Na 40 dagen letten op de hoeveelheid vlees die je eet verkleint de ecologische voetafdruk met 160 hectare. Het is een kleine moeite om twee dagen in de week een vlees-vrije dag te houden: een omelet, soep, melkstampers, wentelteefjes …



Mens en natuur: kalfke Willy


Kalfke Willy

Zelf heb ik het volledige verhaal van kalfke Willy en kalfe Barabas gevolgd toen dit op tv was. Ik moet eerlijk toegeven dat ik, net als sommige mensen aanwezig op de barbecue, soms mijn tranen niet kon inhouden (ik ben nu eenmaal een emotioneel mens). Maar het gaat verder dan dat, de reden waarom de mannen van Basta dit hebben gedaan is om mensen wakker te schudden. Mensen vergeten vaak wat er voorafgaat aan het eten van vlees. Zoals geïllustreerd in dit filmpje vinden de mensen het jammer om kalfe Willy of Barabas te eten eenmaal ze hun schattig gezicht hebben gezien.


Maar het gaat niet enkel daarom, vlees met mate eten is mogelijk. Hier in België, maar ik in veel andere landen, verorberen we te veel vlees. Sinds 1919 is de vleesconsumptie per inwoner toegenomen van 30 kilo vlees per jaar naar iets meer dan 100 kilo per jaar. We eten per dag dus ongeveer 270 gram vlees, wat veel te veel is. Dit is niet enkel ongezond voor je eigen lichaam, maar ook voor het milieu. Bossen worden gekapt om vee op te laten grazen. Zo neem je bomen weg die de CO2 zuiveren, waardoor het broeikaseffect eigenlijk toeneemt. Maar meer vee betekent ook meer mest, en in mest zitten veel schadelijke stoffen.

Op het einde van het filmpje vind ik de vleesboer erg goed gevonden. Moest het vlees echt aan de bomen groeien en uit de grond schieten zou dit natuurlijk veel beter zijn voor het milieu. Helaas is dit niet zo en mensen moeten erop gewezen worden dat minder vlees eten niet enkel gezonder is voor jezelf, maar ook voor het milieu. 

Mens en zingeving: wat is geloven, wie is God?


Wat is geloven? Wie is god?

Ik zie God echt als een stereotiep: een man met een lange baard en een wit kleed. Hij zit hoog boven ons en leeft in de hemel. Maar ik weet niet of ik dit wel moet geloven. Ik geloof dat er een hogere macht is, maar ik kan het niet benoemen.

Geloven is voor mij een houvast hebben, iets waar je steeds op kan terugvallen. Wanneer je gelooft in iets, heeft je leven nut, dan is je leven zinvol. Want M. Elchardus stelt vast dat een levensbeschouwing mee helpt om zin te geven aan het leven. We worden er gelukkiger door. Jongeren zonder levensbeschouwing of onverschilligen zijn racistischer, hebben een voorkeur voor een duidelijke autoriteit en een afkeer van politiek. Deze houding wordt de nieuwe breuklijn genoemd.
 
"  Hoe meer mensen de nieuwe breuklijn afwijzen, hoe minder racistisch ze zijn."  Hoe meer mensen de nieuwe breuklijn afwijzen, hoe gelukkiger ze zijn op school."  Hoe meer mensen de nieuwe breuklijn afwijzen, hoe gelukkiger hun leven is.


Mark Elchardus 
Volgens M. Elchardus ben je dus gelukkiger wanneer je gelooft. Ook ik geloof dit, want dan heb je, zoals ik eerder zij, een houvast. 

Mens en zingeving: PKG-schaal


De resultaten van mijn persoonlijke PKG-schaal:


Volgens de schaal heb ik eerder een symbolisch ongeloof, wat mij relativistisch maakt. Ik vind het goed dat ik kan relativeren, ik sta met mijn beide voeten op de grond. Alles van in de bijbel zie ik als symbolisch, dat klopt dus, maar er zit wel een betekenis achter. Dus daarom had ik liever gezien dat geloof wat hoger scoorde. Het is niet omdat het symbolisch is dat ik er niet in geloof. Maar globaal ga ik wel akkoord met de schaal.

Letterlijk geloof = orthodox
Letterlijk ongeloof = externe kritiek
Symbolisch geloof = naïviteit
Symbolisch ongeloof = relativiteit  

Mens en zingeving: waar geloof ik in?


Waarin/in wie geloof je?

Over het algemeen bestaan er drie soorten bijgeloof: volksgeloof, echt bijgeloof en parawetenschappelijke disciplines. Dit zijn bijna alle woorden die eindigen op –ogie. Ik denk dat ik me vooral bevind onder de parawetenschappelijke disciplines. Ik geloof in paranormale dingen, maar ook in astrologie en vele dingen daarrond.

Ik geloof in leven na de dood. Het hoeven daarom geen geesten te zijn, maar wel een bepaalde energie van de ziel die blijft hangen in onze dimensie. Het lichaam gaat weg, maar de ziel van een persoon blijft aanwezig. Het is iets immaterieel en ik geloof dat er een bepaalde aanwezigheid aanwezig is die wij niet merken. Er gebeuren zo veel onverklaarbare dingen. Misschien zijn ze wel te verklaren, maar is de juiste bron of apparatuur ervoor nog niet uitgevonden.

Ik geloof niet enkel hierin, maar ook in reïncarnatie. Niet herboren worden in een dier, maar in een mens, een mens in dezelfde familie.

Ik ben er nog steeds niet uit hoe het allemaal in elkaar zit, het leven na de dood. Maar ik ben er wel door gefascineerd. Ik stel me hierover veel vragen en breek vaak mijn hoofd, wat niet goed is want het antwoord weet je toch niet, tot die bepaalde tijd daar is.

Mijn vader heeft een boek over sterrenbeelden. Hierin staat werkelijk alles beschreven: je persoonlijke karaktertrekken, bepaalde ziektes of tegenslagen die de meeste mensen van dit sterrenbeeld krijgen, met welk element je verbonden staat, met welke planeet je verbonden staat, hoe je je sterrenbeeld kan vinden in de hemel … Ik vind dit enorm fascinerend. Want alles wat ik las over mijn eigen sterrenbeeld bleek te kloppen.

Ik ben een schorpioen. Karaktertrekken zijn: een eigen wil, doorzettingsvermogen, emotioneel, zorgzaam … Ik weet niet meer alles vanbuiten, maar ik stond er echt van versteld. Mijn sterrenbeeld is verbonden met de planeet Pluto (die nu een ijsdwerg is) en het element waar ik mee verbonden ben is water. Veelvoorkomende eigenschappen aan het lichaam zijn: slechte gewrichten, vaak maagpijn en hoofdpijn. Ik heb inderdaad erg slechte gewrichten want ik heb scoliose (een toestand waarin de ruggen scheef groeit). Ook heb ik last van migraine en doordat ik niet zo stressbestendig ben lijdt mijn maag daar vaak onder.

Sommige mensen mogen dan wel denken dat dit – cru gezegd – zever is, maar ik geloof er in. 


Ik heb al vaker verhalen gehoord over de overheid dat dingen verzwegen houdt voor de mensheid. Een voorbeeld hiervan is Area 51, een topgeheime militaire gevestigd in de Nevadawoestijn in Amerika. Er wordt gezegd dat de overheid buitenaardse gevonden voorwerpen of wezens verborgen houdt voor ons, de mensheid, om ons niet bang te maken. Er zijn bestaan nog verschillende verhalen hierover, zoals deze van Bob Lazer en Bruce Burgess. 




Nog iets in verband met de overheid, maar ik weet niet wat ik er van moet denken, zijn de zogenaamde ‘chemtrails. Dit zouden stoffen zijn die men in de lucht verspreid om ons te manipuleren. Hiermee bedoel ik dat de stoffen onze hersens zouden beïnvloeden zodat we niet verder zouden ontwikkelen. Bijkomende informatie: http://en.wikipedia.org/wiki/Chemtrail_conspiracy_theory 


Ik denk dat deze dingen beïnvloed worden door het kijken vele TV programma’s, maar dit neemt voor mij niet weg dat het mogelijk zou kunnen zijn. Als je geïnteresseerd bent in zulke dingen is de serie The Event een echte aanrader. Trailer The Event: http://www.youtube.com/watch?v=TqYX-qI9oxw

Iets anders waar ik sterk in geloof is dus ook buitenaards leven. Daarom geen groene wezens met maar een oog, maar gewoon iets. Het heelal is onvoorstelbaar groot en volgens bepaalde theorieën bestaan er nog andere heelallen. Iets waar ik zeer sterk in geloof klinkt absurd, maar kan toch waar zijn:
Je hebt onze planeet, die ligt in ons melkwegstelsel in ons universum. Stel je nu eens voor dat ons universum in een soort van luchtbel zit. Deze luchtbel vormt een molecule. Samen met andere universums, die ook moleculen vormen, vormen deze samen met alle moleculen een bepaalde stof. Bijvoorbeeld een molecule van een bloem. Deze bloem staat op een planeet, in een melkwegstelsel, in een universum. Dit universum is een molecule en vormt samen met alle andere universums, die ook molecules zijn, een stof. De molecule H2O, op een planeet in een melkwegstelsel in een universum. Zo kan je blijven doorgaan, en ik geloof dat dit kan. Maar waar eindigt het dan? En wat is er na?


Toch geloof ik ook in een of andere hogere macht. Ik weet niet of ik het God kan noemen, maar ik ben er zeker van dat er iets is. Iets dat ons beschermt.

Het is een hele boterham, de dingen waar ik in geloof. Als je te diep gaat nadenken over al deze dingen zou ik denk ik gewoon tilt slaan. Je kan overal steeds dieper op ingaan, tot je misschien weer uitkomt waar je begon met nadenken. Wie weet zijn we niet bestemd om deze dingen te ontdekken en dienen ze ongekend te blijven. Want zo heeft een persoon tenslotte een houvast, een geloof waar hij zich aan kan optrekken. Eens het zou verklaard worden, en stel dat het allemaal geen waar is, waar sta je dan met je geloof? 

Mens en zingeving: wat geeft zin aan mijn leven?


Wat geeft zin aan mijn leven?

Zus, oma, ik 
Als ik nadenk over wat zin geeft aan mijn leven, bots ik op verschillende factoren. De grootste factor die zonder twijfel zin geeft aan mijn leven is mijn familie. Enkele jaren geleden, toen ik nog eerder een tiener was, waren mijn vrienden alles voor mij. Maar de meeste vrienden verwaterden en ik kwam tot het besef dat sommige vriendschappen niet voor eeuwig blijven bestaan, hoe zeer ik dat ook dacht die enkele jaren terug.

Ik realiseer mij nu  dat ik daadwerkelijk echt niet zonder mijn familie kan, zeker niet zonder mijn moeder, mijn oma en mijn zus. Mijn ouders zijn gescheiden en mijn vader zie ik niet zo vaak, maar dit betekent zeker niet dat hij geen zin geeft aan mijn leven. Ze zouden alles voor me doen en ik voor hen. Ik voel me verbonden met hen, maar ook met de rest van de familie. Dat gevoel van verbondenheid, het idee dat je ergens bij hoort, geeft zin in mijn leven. Ik voel me iets waard.

In mijn eerste paragraafje tekst zeg ik niet dat de vrienden die ik nu heb niets waard zijn, integendeel, aan mijn vrienden kan ik me steeds optrekken. Vriendschap is iets wat je overkomt, mensen verlangen ernaar geliefd te zijn door anderen. Je kiest je vrienden niet, vriendschap is een geschenk van een ander. Het is niet maakbaar, want geknutselde vriendschap is geen echte vriendschap.

Vriendschap onderscheid zich door vier kenmerken: duurzaamheid, belangeloosheid, tederheid en verbondenheid. Deze hebben ook respectievelijk een tegenhanger: pseudovriendschap, eigenbelang, ruwheid en onverschilligheid. Voor mij moet vriendschap steunen op wederzijdse (h)erkenning, het helpt om vrede te nemen met het leven en te vertrouwen dat het leven, ondanks de onvolkomenheden, de moeite waard is. 
Justien, Annelaure, Ik 
Mijn beste vrienden tel ik op een hand, en dat hand raakt dan nog niet eens vol. De mensen die op dat ene hand kunnen betekenen ook zo veel voor mij. Als ik soms denk, wat heeft het voor zin, dan helpen zij me steeds weer uit de put. Ik kan er alles tegen zeggen en zou er ook alles voor doen. Ook deze mensen geven mijn leven zin.




Een erg belangrijk aspect dat ook zin geeft aan mijn leven is vrijheid. Ik woon in een vrij land en als je soms eens nadenkt over hoe het eraan toegaat in andere landen, sta je hier wel bij stil. Ik kan en mag mijn eigen keuzes maken en doe dit ook. Ik voel me ook vrij en onafhankelijk. In andere landen kan je niet altijd zelf je eigen keuzes maken, denk maar aan China waar het communisme plaatsvind. Vroeger mocht je hier maar een kind per gezin hebben, de mensen die dus twee of meer kinderen wensten, konden dit niet doen. Nu is het echter zo dat je twee kinderen mag hebben als de moeder of de vader enig kind is. Het is dus al versoepeld, maar nog steeds hebben de mensen daar hier omtrent niet echt een vrije keuze.

Ook de kindsoldaten hebben absoluut geen vrije keuze. Joseph Kony (die sinds 2005 gelukkig gearresteerd werd) drilde een leger van kindsoldaten. Kony vertelde hen dat hij in contact stond met God die hem opdrachten gaf om te moorden, te plunderen en te verkrachten. De kinderen hadden geen keus om en volgden zijn orders op.

Dit zijn twee extreme voorbeelden die duidelijk maken dat veel mensen in deze wereld oneerlijk behandeld worden en geen vrije keus hebben in hun doen en laten of meningsuiting. Dit vind ik uiterst belangrijk en het staat immers ook beschreven in de mensenrechten. (Artikel 10 van het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens: een ieder heeft recht op vrijheid van meningsuiting.)

Ook muziek is een erg belangrijk aspect in mijn leven. Ik heb elke dag muziek nodig, het geeft me een goed gevoel.

Maar ik heb eveneens soms ook stilte nodig, voor mezelf. Weten dat je je even kan terugtrekken, bezinnen op je eigen gedachten en even niet te hoeven denken aan anderen. Of bedenken wat je nog allemaal moet doen binnen een bepaalde tijd.



Liefde, vriendschap, plezier vrijheid en tijd voor mezelf geven mijn leven zin.